Dag gisteren, weg gisteren
ik kan over je praten en nadenken
maar de klok draait niet meer terug.
Je was mooi, maar ook een mysterie.
Bij de laatste slagen was je ineens weg,
voorgoed en het was vandaag.
Gisteren verdwijnt in het donker,
gaat over in het licht (wat een mysterie!)
Weer kun je erover denken en toch het was
alweer een gedachte over gisteren.