Zou het spoedig zo ver komen,
dat 't licht der wereld overal schijnt?
Zou eens liefde binnenstromen,
als door rivieren zonder eind?
Zou nog eens de vijand komen,
en zeggen dat hij je vriend nu wordt?
Of moet eerst mijn liefde stromen
en over hem zijn uitgestort.
Zal ons wapen ploegschaar heten?
Om te ploegen 't onvruchtbaar land?
Zo dat ieder heeft te eten,
ja ook hen op 't schraalste strand?
Eens zal lam en leeuw verkeren,
te samen grazend in één wei.
't Licht zal weer op aarde keren,
met vreed'en liefde koestert hij.